10 jaar geleden
10 jaar geleden
Sofie Fest
Redacteur
De Wet Flexibel Werken komt er aan. De Eerste Kamer is op 14 april akkoord gegaan met het wetsvoorstel. Later dit jaar zullen de eerste wijzigingen komen. De initiatiefwet is bedoeld om flexibel werken te bevorderen. Medewerkers krijgen meer mogelijkheden om buiten kantoor te werken en zelf hun uren in te delen. De Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) wordt daarom omgevormd tot de Wet flexibel werken (Wfw).
Verzoek voor thuiswerken
Werknemers kunnen bij hun werkgever een verzoek doen om de arbeidstijden en de arbeidsplaats aan te passen. Nu kunnen werknemers alleen een verzoek doen om het aantal uren aan te passen. De termijn waar binnen een werknemer een dergelijke aanvraag kan doen wordt met de wet verkort van een jaar naar een half jaar na aanvang van het dienstverband. Na afwijzing of inwilliging van het verzoek moet de werknemer nu nog twee jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek mag doen.
Afwijzen mag alleen als…
Werkgevers mogen deze aanvraag alleen afwijzen als ze daar goede redenen voor hebben. Er moet dan sprake zijn van een
zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, die kan leiden tot ernstige problemen:
-voor de bedrijfsvoering bij de herbezetting van de vrijgekomen uren;
-op het gebied van de veiligheid, of
-van roostertechnische aard.
De voorgestelde Wfw zal alleen van toepassing zijn op werkgevers die 10 of meer werknemers in dienst hebben.
Zelf kiezen hoeveel uren
Tweede Kamerlid Voortman betoogde vorige week in het debat dat flexibel werken meerwaarde heeft voor zowel werkgevers als werknemers. Het is volgens Voortman niet zozeer de bedoeling dat werknemers door het wetsvoorstel meer gaan werken, maar vooral dat zij de uren die zij werken vrij kunnen kiezen. Het wetsvoorstel kan onder meer bijdragen aan een verruiming van de mogelijkheden voor mantelzorg en een verlaging van de file-druk. Volgens Voortman hebben de sociale partners aangegeven dat zij positief zijn over het wetsvoorstel.
Plaatsonafhankelijk werken
Minister Asscher van Sociale Zaken stelde dat afspraken over flexibel werken maatwerk vergen. Dit is in de eerste plaats een zaak van werknemers en werkgevers. In steeds meer cao’s worden hier afspraken over gemaakt; momenteel circa 72 procent. De minister betoogde dat een werkgever ook zonder deze wet gemotiveerd moet reageren op een verzoek tot flexwerken en dat de effecten van het wetsvoorstel beperkt zijn.
De minister gaf in het debat echter wel aan dat het kabinet negatief is over de wettelijke verankering van het recht op plaatsonafhankelijk werken, maar positief neutraal staat tegenover het recht op tijdonafhankelijk werken.
Ook VNO NCW is niet bepaald blij met de wet. Volgens de werkgeversorganisatie behoort deze discussie over flexibel werken thuis in de relatie tussen de leidinggevende en de werknemer, of anders in de cao. In ieder geval niet bij de politiek.
Bron: Facto.nl (PW De Gids)
Verzoek voor thuiswerken
Werknemers kunnen bij hun werkgever een verzoek doen om de arbeidstijden en de arbeidsplaats aan te passen. Nu kunnen werknemers alleen een verzoek doen om het aantal uren aan te passen. De termijn waar binnen een werknemer een dergelijke aanvraag kan doen wordt met de wet verkort van een jaar naar een half jaar na aanvang van het dienstverband. Na afwijzing of inwilliging van het verzoek moet de werknemer nu nog twee jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek mag doen.
Afwijzen mag alleen als…
Werkgevers mogen deze aanvraag alleen afwijzen als ze daar goede redenen voor hebben. Er moet dan sprake zijn van een
zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, die kan leiden tot ernstige problemen:
-voor de bedrijfsvoering bij de herbezetting van de vrijgekomen uren;
-op het gebied van de veiligheid, of
-van roostertechnische aard.
De voorgestelde Wfw zal alleen van toepassing zijn op werkgevers die 10 of meer werknemers in dienst hebben.
Zelf kiezen hoeveel uren
Tweede Kamerlid Voortman betoogde vorige week in het debat dat flexibel werken meerwaarde heeft voor zowel werkgevers als werknemers. Het is volgens Voortman niet zozeer de bedoeling dat werknemers door het wetsvoorstel meer gaan werken, maar vooral dat zij de uren die zij werken vrij kunnen kiezen. Het wetsvoorstel kan onder meer bijdragen aan een verruiming van de mogelijkheden voor mantelzorg en een verlaging van de file-druk. Volgens Voortman hebben de sociale partners aangegeven dat zij positief zijn over het wetsvoorstel.
Plaatsonafhankelijk werken
Minister Asscher van Sociale Zaken stelde dat afspraken over flexibel werken maatwerk vergen. Dit is in de eerste plaats een zaak van werknemers en werkgevers. In steeds meer cao’s worden hier afspraken over gemaakt; momenteel circa 72 procent. De minister betoogde dat een werkgever ook zonder deze wet gemotiveerd moet reageren op een verzoek tot flexwerken en dat de effecten van het wetsvoorstel beperkt zijn.
De minister gaf in het debat echter wel aan dat het kabinet negatief is over de wettelijke verankering van het recht op plaatsonafhankelijk werken, maar positief neutraal staat tegenover het recht op tijdonafhankelijk werken.
Ook VNO NCW is niet bepaald blij met de wet. Volgens de werkgeversorganisatie behoort deze discussie over flexibel werken thuis in de relatie tussen de leidinggevende en de werknemer, of anders in de cao. In ieder geval niet bij de politiek.
Bron: Facto.nl (PW De Gids)
Op de hoogte blijven van onze updates?