Herzieningsregeling in de btw wordt uitgebreid
De omzetbelasting is een vak apart. Wist je bijvoorbeeld dat je bij aankoop van een investeringsgoed de als voorbelasting afgetrokken btw moet blijven volgen? Voor onroerende zaken (bedrijfspand) is de herzieningsperiode het jaar van ingebruikname en de negen daaropvolgende jaren (tien jaar in totaal). Voor roerende investeringsgoederen is deze totale termijn vijf jaren.
Inge Drabbels - RB MB. Belastingadviseur - Inge.Drabbels@etlnederland.nl
De herziening van btw komt bijvoorbeeld aan de orde bij de aankoop en latere verkoop van een bedrijfspand. Stel je hebt op 1 januari 2008 als ondernemer een onroerende zaak gekocht en de btw (stel ? 80.000) bij aankoop afgetrokken als voorbelasting. Bij een latere verkoop op 1 oktober 2013 mét btw is er niets aan de hand, maar bij een verkoop zonder btw moet er een gedeelte van de al afgetrokken btw worden terugbetaald. Aan ieder jaar van de herzieningsperiode wordt 1/10e deel van de btw (= ? 8.000) toegerekend. Voor het nog niet verstreken deel van de herzieningsperiode, te weten vier jaar en drie maanden moet de btw worden herzien (terugbetaald). Ofwel ? 34.000 (4,25 x ? 8.000) moet in de btw-aangifte over het tijdvak waarin het pand is verkocht worden aangegeven. Heb je het pand gekocht zonder btw en verkoop je dit later met btw, dan kan juist het bij de aankoop niet afgetrokken btw-bedrag alsnog gedeeltelijk als voorbelasting worden afgetrokken.
Een ander aspect waarbij de herzieningsregeling speelt, is bij een wijziging tussen de verhouding btw-belaste en btw-onbelaste prestaties. Bij aanschaf van een investeringsgoed schat je in voor welk gedeelte je het goed gebruikt voor belaste prestaties. In de periode van negen of vier jaar volgend op het jaar van ingebruikname bekijk je ieder jaar of de verhouding belast/onbelast hetzelfde is als in het eerste jaar. Alleen bij een verschil in deze verhoudingen van meer dan 10% moet je een deel van de afgetrokken btw corrigeren. Deze berekening zou dus kunnen leiden tot een terugbetaling van eerder ontvangen btw of tot het aanvullend terug ontvangen van btw.
Het Ministerie van Financiën is voornemens om de btw-herzieningsregeling met ingang van 1 januari 2018 uit te breiden voor 'kostbare diensten', zoals verbouwingen van onroerende zaken. Deze kostbare diensten worden in het kader van de herzieningsregeling in aanmerking genomen voor zover deze voor de winst uit onderneming/resultaat uit overige werkzaamheden (box 1) of vennootschapsbelasting geactiveerd moeten worden. Als een pand privévermogen is (box 3) dan geldt voor de herzieningsregeling hetzelfde als bij box-1-vermogen. Voor kleine verbouwingen die als onderhoud gelden of niet worden geactiveerd en direct als kosten in aftrek worden gebracht geldt de herzieningsregeling niet. De nieuwe herzieningsregeling geldt ook voor verbouwingen van onroerende zaken die ouder zijn dan tien jaar.
Er is geen overgangsregeling. Dat betekent dat ook de in de jaren 2009 tot en met 2017 uitgevoerde verbouwingen (ook die door een eventuele vorige eigenaar) tot herziening in 2018 kunnen leiden. Een in het jaar 2009 uitgevoerde verbouwing kan (uiterlijk) in 2018 een herziene btw-teruggaaf of afdracht tot gevolg hebben. Over de jaren voor 2018 zal uiteraard geen correctie plaatsvinden, maar gebeurtenissen (verbouwingen) in die jaren kunnen wel leiden tot een correctie in 2018 en volgende jaren.
De invoering van de uitbreiding van deze herzieningsregeling kan voor veel ondernemers gevolgen hebben. Heb je onroerende zaken in eigendom dan is het belangrijk dat een aantal gegevens (uit de administratie) kunnen worden achterhaald. Denk hierbij onder andere aan in de laatste tien jaren uitgevoerde verbouwingen, de hierbij per verbouwing in aftrek gebrachte btw en de eerste ingebruikname van de verbouwing.
Is de btw-herzieningsregeling mogelijk van toepassing en heb je vragen over de uitwerking hiervan? Raadpleeg dan een adviseur.