Fotografie: Natasja Wolf, Wolf Creatives
Steeds vaker kom ik in contact met werkgevers die hun medewerkers wel een goed pensioen gunnen, maar die opzien tegen het afsluiten van een col-lectieve pensioenregeling. In hun ogen kleven daar namelijk te veel nadelen aan, zoals:
1. De pensioenregeling is een arbeidsvoorwaarde, daar zit je als werkgever aan vast;
2. het onderhoud van de pensioenregeling is duur;
3. als een medewerker overlijdt, vervalt het opgebouwde pensioenkapitaal aan de pensioenuitvoerder.
Voor bedrijven waar nog geen pensioenregeling loopt en die niet verplicht moeten aansluiten bij een Bedrijfstak Pensioenfonds, is er sinds de invoering van de nieuwe pensioenwet een serieus alternatief voor een pensioenregeling: de werknemerslijfrente. Dat komt vooral doordat de ruimte voor fiscaal aftrekbare lijfrentepremies per 1-7-2023 gelijk is getrokken met de fiscale ruimte voor pensioenopbouw.
De werknemerslijfrente
Bij de werknemerslijfrente stelt de werkgever een bedrag aan de werknemer ter beschikking voor de opbouw van pensioenkapitaal. Dit bedrag wordt door de werkgever rechtstreeks in een lijfrente op naam van de werknemer gestort. De mooie van deze opzet is dat de werknemer zelf niets hoeft te regelen voor het afsluiten van de lijfrente en dat de werkgever zeker weet dat het voor pensioen bestemde geld ook de bestemming bereikt. Het is daarbij wel belangrijk dat dit allemaal netjes op de loonstrook wordt vermeld.
De werkgeversbijdrage voor de lijfrente is vaak een percentage van het brutoloon, bijvoorbeeld 8 of 10%. Daarnaast heeft de werknemer de mogelijkheid om vrijwillig bij te sparen. Of dit nodig is, hangt onder andere af van de hoogte van de bijdrage van de werkgever en het pensioen wat de werknemer elders al heeft opgebouwd.
Voordelen ten opzichte van een pensioenregeling
Voor de werkgever heeft deze constructie een aantal voordelen. Het belangrijkste voordeel is dat er geen formele pensioentoezegging is gedaan. Dat betekent dat de werkgever, als hij dat wil, per werknemer afzonderlijk afspraken over de bijdrage kan maken. Als het slecht gaat met het bedrijf kan hij ook besluiten om nieuwe medewerkers geen bijdrage voor het pensioen te geven. Daarnaast is het onderhoud van deze regeling veel eenvoudiger dan het onderhoud van een pensioenregeling. Eigenlijk hoeft alleen de bijdrage per medewerker in januari aangepast te worden aan het nieuwe loon. Ten slotte is het een groot voordeel dat het kapitaal in de (bancaire) lijfrente echt van de medewerker is. Bij overlijden valt dit in de erfenis, het is dus niet verdwenen.
Aanvulling op de werknemerslijfrente
Uiteraard is een werknemerslijfrente niet één op één te vergelijken met een complete pensioenregeling. Want bij een pensioenregeling zijn er naast de opbouw van het ouderdomspensioen meestal ook voorzieningen getroffen voor het geval de werknemer komt te overlijden of arbeidsongeschikt raakt. Ook dit is echter op te lossen. De werkgever kan naast de werknemerslijf-rente namelijk aanvullende voorzieningen treffen waarmee het risico van overlijden of het risico van arbeidsongeschiktheid van een medewerker kan worden afgedekt.
Kortom, de werknemerslijfrente is volwassen geworden en is een volwaardig alternatief voor een pensioenregeling!
Wil je hier meer over weten? Laat het mij weten via www.pension@work.nl of info@pensionatwork.nl.
Remco Havekes, pensioenadviseur & Financieel Planner en eigenaar Pension@Work