Forum: Fusies en Overnames

Verschenen in Oost-Gelderland Business nr 6 2012

Begin tijd met voorbereidingen voor een overname

Duidelijke afspraken

vermakkelijken het proces

Iedere zelfstandig ondernemer krijgt er ooit mee te maken: bedrijfsovername of de fusie van zijn of haar bedrijf. Wanneer het bedrijf overgedragen wordt of gaat fuseren, komt daar veel bij kijken. Veel ondernemers bedenken pas laat wat ze willen en hoe de bedrijfsovername of fusie eruit moet ziet. Welke dingen moet een ondernemer weten over bedrijfsovernames of fusies?

Forum

oost-gelderland business | nummer 6 | januari 2013

Oost-Gelderland Business nodigde een vijftal professionals uit in het Hotel Carpe Diem in Vethuizen om mee te praten over dit onderwerp. Aan tafel zitten René Raedeman van Van Weeghel Doppenberg Kamps Notarissen uit Doetinchem, Marcel de Jager van Marcel de Jager Accountants en Adviseurs uit Terborg, Tian Herstel van JPR Advocaten uit Doetinchem, Leo Bottema van De Jong & Laan Corporate Finance uit Lochem en Mark Eenink van Taurus Corporate Finance uit Eibergen.

Stelling 1: Welke trends zijn er op de fusie- en overnamemarkt te bespeuren? Gaan bedrijven bijvoorbeeld op zoek naar alternatieven bij gebrek van hulp van de traditionele (financiële) instanties?

René Raedeman: “Ik signaleer de trend dat er meer wordt gespeurd naar faillissementssituaties. Men probeert overnames te doen vanuit een failliete boedel. Wij moeten soms met grote spoed BV’s oprichten die dan als koper optreden van een bedrijf dat failliet is. En dan moet je snel handelen. Je wilt die BV namelijk al hebben voordat je de deal met de curator rond hebt in verband met risico’s en aansprakelijkheid.”

Mark Eenink: “Voor bedrijven met een goede financiële positie hebben en die winstgevend zijn, zijn er op dit moment volop kansen om bijvoorbeeld een concurrent over te nemen of het productenpalet te verbreden.”

Raedeman: “Inderdaad. Bedrijven waar het nog wel goed gaat, proberen op deze manier hun kans te grijpen.”

Eenink: “Aan de andere kant merk je de onzekerheid, zowel bij kopers als bij de verkopers. Kopers zijn vaak niet bereid om de hoofdprijs te betalen als er veel onzekerheid is. Om toch op een acceptabele prijs uit te komen wordt dan gevraagd om een achtergestelde lening van de verkoper. De verkoper kent echter ook de onzekerheid of het nieuwe management wel zo goed met zijn bedrijf omgaat als dat hij/zij het heeft gedaan. Je merkt dat dát een belangrijker punt in de onderhandelingen aan het worden is.

Je ziet nu dat aan de opkomst van informal investors en gespecialiseerde investeringsfondsen dat er alternatieven voor de verkoperslening dan wel aanvullend kapitaal beschikbaar komt.”

Michael van Munster: “Een bedrijf wordt verkocht aan een nieuwe partij, met achtergestelde lening. Maar toch gaat 100 procent van de aandelen over. Hoe zit dat?

Marcel de Jager: “Op zich is het logisch. Je hebt een bestaande onderneming en de ondernemer moet daar vertrouwen in uitspreken. En dan is het een heel mooi signaal als iemand geld achterlaat. Dat is ook positief voor een externe financier. Die ziet dat de oude eigenaar geld achterlaat en zal hierdoor makkelijker meefinancieren.”

Raedeman: “Je neemt wel een groot risico. Maar je kunt wel zekerheden bedingen. Bij aandelenoverdracht kun je denken aan dat de verkopende partij nog een pandrecht heeft op de aandelen. Maar als het misgaat, zijn de aandelen ook niets meer waard en dan heb je aan die zekerheid ook niets. Maar er zijn natuurlijk ook andere zekerheden te bedenken.”

Van Munster: “Is het niet logischer om gefaseerd de aandelen over te dragen?”

Leo Bottema: “Dat kan. Maar je kan ook 100% van de aandelen in een keer leveren en de Verkoper dan het pandrecht geven op de aandelen.”

Eenink: “Binnen het MKB ligt dat vaak lastig, omdat de directeur-grootaandeelhouder bepalend is binnen de onderneming en bij verkoop die verantwoordelijkheid wil overdragen. Als eerst slechts een deel van de aandelen wordt verkocht blijft hij/zij zich toch verantwoordelijk voelen. Dat kan in de toekomst voor strubbelingen zorgen.”

Van Munster: “En dan wordt een bedrijf verkocht. De ene helft wordt direct betaald, de andere helft komt in termijnen, op basis van resultaten. Maar resultaten zijn te sturen, ook in negatieve zin. Hoe ga je daarmee om?”

Bottema: “Als verkoper moet je altijd zorgen dat je zo snel mogelijk je geld krijgt. Het liefste natuurlijk in één keer, want dan ben je ‘ervan af’. Als verkoper betrokken blijft, via management of aandelen, leert de praktijk dat er snel geschillen/conflicten ontstaan. Het kan een paar maanden goed gaan, maar de nieuwe koper gaat uiteindelijk een andere kant op. Dan is het wachten op geschillen.”

Van Munster: “Hoe vaak gebeurt het nog dat er direct 100 procent wordt betaald? De constructie met achtergestelde lening wordt toch best vaak gebruikt?”

Eenink: “Als oud-eigenaar moet je bij verkoop garanties afgeven om het risico op ‘verborgen gebreken’ voor de koper te beperken. Ik ben er voorstander van om dit te koppelen aan de achtergestelde lening.”

De Jager: “En dan is dit een situatie waarin het bedrijf intern wordt overgedragen. Gebeurt dat met een externe, dan krijg je twee kapiteins op een schip. En dan loop je het risico op onderlinge concurrentie. En de vraag is of je dat wilt.”

Stelling 2: Een goed financieel fundament is geen garantie voor het slagen van een fusie of overname.

Tian Herstel: “Daar kun je volgens mij niet van mening over verschillen. Ik dat het zondermeer zo is.”

Van Munster: “Wat zijn dan de valkuilen? Wat kan er mis gaan?”

Herstel: “Uiteindelijk staat of valt het met de man die het gaat doen.”

Bottema: “En de afhankelijkheid daarvan. Kan verkoper de kennis en ervaring snel overbrengen naar de koper(s)?”

Raedeman: “Je kunt ook ruzie krijgen om de kleinste dingen. Ik ken een geval waar al een paar jaar geld apart staan, in verband met een aandelenoverdracht. Dat ging om iets heel kleins, maar die rechtszaak loopt nu nog.”

Van Munster: “Er kan dus van alles misgaan. Vaak hoor je ook dat binnen families misgaat; van vader op zoon, of als de ‘koude kant’ zich ermee gaat bemoeien.”

Herstel: “Als het min of meer automatisch overgaat en vader doet langzaam een stapje terug en de zoon neemt het over. Dan heb je misschien financieel een goed fundament, maar dat wil niet zeggen dat de zoon, die de kar moet trekken, ook in staat is om die kar te trekken.”

Bottema: “Hij is misschien wel in de gelegenheid gesteld door zijn vader om langzamerhand te groeien en zijn rol over te nemen. Maar je ziet dan vaak dat vader op de achtergrond actief blijft en aan de touwtjes blijft trekken.”

Van Munster: “Wat zijn nou nog dingen die jullie tegenkomen op dit gebied?”

Eenink: “Onder een goed financieel fundament versta ik ook goede inzage in de financiële kant van het bedrijf. Hierdoor kun je een potentiële koper goed informeren over waar geld wordt verdiend en waar dit niet lukt. Dit is van groot belang voor het vinden van de juiste koper en het laten slagen van een overname.”

Herstel: “En dat vang je bijna niet in garanties. Dat levert alleen maar ellende op.”

Eenink: “Geef dus voldoende inzicht. Hier heeft ook de adviseur een belangrijke rol. Door de juiste informatie te verstrekken in het verkoopmemorandum wordt het aantal discussiepunten beperkt. Hierdoor loopt ook bijvoorbeeld het boekenonderzoek veel vlotter.”

Stelling 3: Het is verstandig om vooraf afspraken te maken over de wijze waarop onderhandelingen worden gevoerd.

Eenink: “Wij hebben standaard in onze informatiememoranda een overzicht van het verkoopproces en de verantwoordelijkheden van de partijen. De praktijk is echter weerbarstig. Je hebt te maken met mensen, emoties en externe financiers en hierdoor blijft het maatwerk.”

Van Munster: “Wat doe je dan in de tussentijd? Zo’n bedrijf moet toch blijven draaien.”

Eenink: Binnen het MKB zorgt de directeur-grootaandeelhouder daar wel voor. De zaken gewoon door. Bij grotere bedrijven zie je wel eens dat er problemen komen. Onduidelijkheden over bijvoorbeeld budgetten of vervanging van personeel kunnen leiden tot voor beide partijen ongewenste situaties.”

De Jager: “Je weet nooit helemaal of een deal doorgaat. Pas bij het zetten van de handtekening kun je afscheid nemen, dan draag je de onderneming over. Daarbij is het belang van de oude DGA, zeker als hij nog een achtergestelde lening heeft, ontzettend groot. De basis van de onderneming moet gewoon goed zijn.”

Van Munster: “Zit er geen overlap in jullie werk?”

Raedeman: “Er zit inderdaad een zekere overlap in, met name wat betreft het koopcontract. Bij een leveringsakte niet, maar die wordt gebaseerd op de koopovereenkomst. En het is ook goed om die vast te leggen, om sowieso al je afspraken schriftelijk vast te leggen. Ik merk dat wij als notarissen pas laat in het traject erbij worden betrokken. Soms kom je dan dingen tegen die je graag eerder had willen tackelen. Of als er bijvoorbeeld een conceptovereenkomst is, die alvast naar een notaris te sturen.”

Herstel: “Grappig, want de advocatuur vindt ook altijd dat zij er te laat bij wordt betrokken. Accountants zitten vanaf het begin als adviseur aan tafel en er wordt dan een letter of intent opgesteld, maar 9 van de 10 keer is dat al een halve koopovereenkomst.”

Eenink: “Het klopt wat Tian zegt. Als adviseur moet je er voor zorgen dat je tijdig een jurist inschakelt. De hoofdlijnen weet je wel, maar een jurist kan natuurlijk als geen ander de juiste vastlegging van de afspraken verzorgen.”

Stelling 4: De huidige economische situatie geeft de (kleine) ondernemer geen andere keuze dan door te werken tot ver na de pensioengerechtigde leeftijd.

Bottema: “Dat ligt aan zijn business. Maar als het een goed verhaal is, blijft daar nog steeds ruimte in zitten voor bedrijfsoverdracht. In sommige gevallen is het voor de ondernemer beter om zijn pand tegen een marktconform tarief te verkopen. Dat levert soms meer op dan het hele jaar hard werken met je onderneming.”

De Jager: “Mensen hebben vaak jarenlang een onderneming en het onroerend goed is dan vaak bijna afgeschreven. Dus daar zit altijd een boekwinst in, maar die boekwinst moet je bij verkoop vol afrekenen.”

Van Munster: “Hoe zit het eigenlijk met onroerend goed met overnames? Hoe zit het met de stenen?”

Eenink: “Dat verandert wel. In het verleden werd vaak geprobeerd om het hele bedrijf inclusief de stenen te kopen. Tegenwoordig hoor je steeds meer dat men zegt dat ze in een onderneming investeren en niet in onroerend goed.”

Bottema: “Dit past ook een beetje bij de eerste stelling. Je kunt het als wisselgeld gebruiken. De verkoper houdt het pand en verhuurt het aan de koper. Dan hoeft de koper ook minder te financieren. Uiteindelijk kan de verkoper na een aantal jaar altijd nog van het pand af.”

Raedeman: “In het kader van bedrijf en bedrijfspand, kom ik het ook nog wel eens tegen dat de vennootschapstructuur niet optimaal is voor verkoop. Daar bedoel ik mee: de keus of je het bedrijf alleen of met onroerend goed erbij verkoopt als dat in aparte BV’s zit. Als het een zogenaamde moeder-dochter structuur is, moeder met het onroerend goed en dochter met de onderneming, en je verkoopt het tegelijk dan hoef je daar geen overdrachtsbelasting over te betalen. Is het niet in die structuur, het zijn bijvoorbeeld zuster BV’s van elkaar, dan betaal je over het onroerend goed overdrachtsbelasting, althans over de aandelen. Als het slim gestructureerd hebt, kun je dus die overdrachtsbelasting besparen. Daar valt voor veel ondernemers zeker nog wat te halen. Als je gaat herstructureren, moet je daarna drie jaar wachten voordat je safe bent.”

Herstel: “Wat je vaak ziet dat als het in een vennootschap geconcentreerd zit, dat men het onroerend goed in de oude vennootschap laat en dat er een nieuwe vennootschap onder wordt gehangen waar de onderneming dan in wordt geplaatst.” �

oost-gelderland business | nummer 6 | januari 2013

Aan tafel:

Michael van Munster, dagvoorzitter

René Raedeman, Van Weeghel Doppenberg Kamps Notarissen

Marcel de Jager, Marcel de Jager Accountants en Adviseurs

Tian Herstel, JPR Advocaten

Leo Bottema, De Jong & Laan Corporate Finance

Mark Eenink, Taurus Corporate Finance

oost-gelderland business | nummer 6 | januari 2013

Tips en trucs van de experts

Tian Herstel: “Begin op tijd met je voorbereiding! Dat is verreweg de belangrijkste tip is die je kunt krijgen. Denk hierbij aan de structuur van het bedrijf, onroerend goed, bedrijfsopvolging en hoe is het administratief geregeld. Als dat op orde is, heeft dat een positieve invloed tijdens de overnamegesprekken. Zorg dus dat het op orde is.”

René Raedeman: “Fiscaliteit is belangrijk. Heb je het bij bedrijfsopvolging over schenken of erven? De bedrijfsopvolgingsregeling kent een enorme vrijstelling. Als je die laat liggen, is dat doodzonde! Daar gaat natuurlijk wel wat voorbereiding aan vooraf, maar als de voorbereiding gedegen is, kun je die regeling claimen.”

Mark Eenink: “Weet wat je wilt bereiken met de verkoop van de onderneming, maar wees flexibel in de manier waarop dat doel wordt gehaald. Door creatief naar het bedrijf en het verkoopproces te kijken kunnen de beste resultaten worden bereikt.”

Marcel de Jager: “Ik vind het belangrijk dat je tijdig met een overname begint. Maak mensen bewust van de situatie en wat er eventueel nog moet gebeuren. Maar ook wat de mogelijkheden zijn en welk traject je ingaat.”

Leo Bottema: “Op het moment dat je een overeenkomst met elkaar aangaat, moet je dat zien als een huwelijk. Er zijn goede en slechte tijden. Maak in goede tijden duidelijke afspraken om (eventueel) in slechte tijden een routebeschrijving te hebben hoe geschillen snel en doeltreffend worden opgelost.”

oost-gelderland business | nummer 6 | januari 2013

Op de hoogte blijven van onze updates?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven
Achterhoek Business is een uitgave van Van Munster Media