Eind februari stond het nieuws er vol van: “Honderden slimme gebouwen te kraken. Installateurs moeten bijleren.” Natuurlijk moeten de installateurs bijleren. Maar evenzo natuurlijk is de industrie medeverantwoordelijk voor het ontwikkelen en innoveren van veilige standaarden voor slimme gebouwen. Toch houdt het ook daarmee niet op.
De eigenaren en huurders van panden met slimme gebouwtechnologie mogen de hand in eigen boezem steken. Zij maken dagelijks gebruik van de slimme oplossingen, zoals beveiligde toegang tot ruimtes, automatische verlichting en luchtbehandelingssystemen. Vaak zijn de slimme gebouwsystemen ook gekoppeld aan de IT-systemen van eigenaar of gebruiker. Niets zo handig dan via een app op je telefoon een deur openen voor een verwachte gast of controleren of het luchtvochtigheidspercentage wel hoog genoeg is.
Wanneer een kwaadwillende zich toegang verschaft tot het onveilige gebouwbeheersysteem heeft die persoon – bij een onveilige koppeling – nagenoeg direct toegang tot de IT-systemen van de gebruiker. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid ‘dus’ niet alleen bij de installateurs die moeten bijleren. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van de industrie, de installateurs en de gebruikers van de slimme systemen.
Wat kun je doen? Bewust zijn van de risico’s is een goed eerste begin. Onderzoek doen, of laten doen, naar de veiligheid van je slimme gebouwsystemen en de eigen IT-systemen is de volgende logische stap. Wanneer na onderzoek onveiligheid is geconstateerd spreekt het voor zich om, met alle betrokken partijen, passende maatregelen te treffen.
Peter van Uden Quexcel, The Power of Knowledge
www.quexcel.nl
Op de hoogte blijven van onze updates?